Als eens over nagedacht?
Als we plaats nemen op de rug van het paard zitten we letterlijk op de rugwervels. Die een volledige verbinding vormen tussen de voorhand en de achterhand. Met ligamentjes , pezen, spiertjes en vele gewrichtjes zorgen zij voor stabiliteit , ondersteuning en de mogelijkheid tot bewegen zowel verticaal als lateraal.
Om plaats te kunnen nemen is het van groot belang dat er aan het verloop van de rug veel aandacht word besteed en de houding. Voor het paard is het voordeligst als deze de ruiter kan dragen met een sterke rug die goed bespierd is . Want een sterke rug is als een sterke stevige stabiele brug die ervoor zorgt dat de uiteindes van de rugwervels als een waaier uit mekaar staan.
Een rug die keer op keer slap is en moet dragen loopt een groot risico waarbij de toppen van de rugwervels tegen mekaar komen wat zeer pijnlijk is en beschadigingen met zich meebrengt.
Hoe zorg je er dan voor dat een rug getraind word?
Dit doen we via de buikspieren.
Door de buikspieren te prikkelen worden de buikspieren korter en de rugspieren langer.
Prikkel je de buikspieren niet dan worden de buikspieren langer en de rugspieren korter. Je paard loopt dan met een holle rug en een hoge hals houding. En de beweging word beperkt.
Moeten we nog iets doen?
Ja bij de buikspieren horen ook de borstspieren. Die zitten vooraan de tussen de benen. Het aanspannen van de borstpieren zorgt ervoor dat het schoftgebied gelift word en het verloop van de rugbespiering op zijn beurt zorgt voor het goed openen en sluiten van het bekkengewricht waardoor de achterbenen veel beter naar het zwaartepunt kunnen grijpen.
Loopt het paard met zijn hals hoog, tegen de hand dan is de shoft het laagste punt, de rug weg gedrukt en kan het bekken niet voldoende openen en sluiten. En ontstaat er een beperkte beweging , stabiliteit en ondersteuning van de rug.
Hoe prikkel je de borstspieren?
Bij het plaats nemen op de rug. Ga je het paard de gelegenheid geven om de hand te vertrouwen en deze te volgen. Volgen wil zeggen dat de hals draagt in een voorwaarts neerwaartse tendens . Omdat dan de shoft gelift word. Afhankelijk van het stadium van je training word de shoft gemiddeld of ten volle gelift.
Een sterke terugwerkende hand die het hoofd en de hals naar beneden dwingt of houd veroorzaakt het tegenovergestelde. Het paard spant dan juist zijn onderhals spieren aan en laat de schoft vallen wat niet gewenst is.
Je kunt niet de bovenhals spieren aanspannen en ontwikkelen wanneer de onderhals spieren continue aangespannen zijn door het verzet tegen een dwingende hand.
Het vinden van vertrouwen in de ruiterhand is niet altijd even gemakkelijk voor het paard. Vaak zijn we geneigd om te snel erdoor te willen werken.
Maar houd dan in gedachten dat het niet ten gunste van je shoftlift is.
Succes Oona